gedichten
totem
na een schreeuw loopt een breuklijn door de vloer
het huis dreigt in twee helften uiteen te vallen
de zoon komt met touw en blinddoeken
plaatst stoelen rug aan rug, wenkt de twee rivalen
en zegt: ‘nu moeten jullie zitten en zwijgen’
ze gehoorzamen flink, hij omwikkelt hen met touw
wat indianen met withuiden doen of spinnen met de prooi
en zij, verloren helften, wringen zich vaster in zijn klem
het touw snijdt, de zoon danst alsof hij demonen bezweert
hij propt vodden in hun open monden
als de weerstand breekt, knoopt hij hen los
gewend aan zijn cocon blijven ze verbonden
uit: Onbereikbaar voor commentaar